BCCI-medewerkers zouden onder meer functionarissen van de centrale banken van Pakistan, Nigeria, Marokko, Senegal, Tunesië, Ivoorkust, Congo, Zambia, Argentinië en Peru smeergeld hebben betaald om te zwijgen over de illegale praktijken van de bank.
Ook het IMF, de Wereldbank en de Afrikaanse Ontwikkelingsbank zouden zijn misleid. De BCCI zou verscheidene landen hebben geholpen fiscale belemmeringen weg te nemen, waardoor zij eigenlijk niet in aanmerking kwamen voor kredieten van de Wereldbank en het IMF.
Zo zou de BCCI in 1979 bijvoorbeeld Pakistan hebben geholpen met een lening van 1 miljard dollar die nodig was om in aanmerking te komen voor nieuwe kredieten van de Wereldbank. Dat het hier om een lening ging, werd door de centrale bank van Pakistan en de BCCI bewust verzwegen. (Reuter)