De brief is een reactie op het rapport van de commissie-Van der Zwan. Volgens die commissie moeten de omroepen meer "marktconform' gaan functioneren. Zij zouden uit hun eigen vermogen ten minste 215 miljoen gulden kunnen gebruiken voor het maken van programma's. De omroepen echter pleiten voor groei van hun vermogens. Volgens hen is dat noodzakelijk om de continuïteit van minder vermogende omroepen te garanderen. De commissie maakt volgens de omroepen het programmabeleid van het publieke bestel te zeer afhankelijk van wisselingen in de STER-inkomsten. Ook hebben de omroepen geen invloed op de tarieven van de omroepbijdrage.
Minister d'Ancona heeft de Tweede Kamer inmiddels laten weten dat omroepen in de toekomst 10 procent van de te verwachten STER-inkomsten (40 miljoen gulden) moeten voor-financieren. Bij tegenvallende inkomsten wordt een deel van dat bedrag op het budget van de omroepen gekort.
Volgens de VPRO leidt deze werkwijze tot versterking van de kijkcijferdwang. De VPRO heeft als enige omroep wel begrip voor de pogingen een einde te maken aan de toenemende groei van de vermogens van de omroepen.