Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Economie

Hurd in Maastricht: geen idee wat ik ondertekend heb

MAASTRICHT, 8 FEBR. Een verdrag dat “nieuwe perspectieven opent voor de 345 miljoen burgers van de Gemeenschap”, zei de voorzitter van het Europese Parlement, de Duitse christen-democraat Egon Klepsch, wat zuinigjes. Een “historische stap”, vond, veel spontaner, de Portugese minister-president, Anibal Cavaco Silva. “Een moment van tevredenheid en hoop”, aldus - weer wat terughoudender - premier Ruud Lubbers. Het gebeurde allemaal gisteravond in het Gouvernement van Maastricht, waar de verdrag voor de Europese Unie werd ondertekend, dat de Europese Politieke Unie (EPU) en de Economische en Monetaire Unie (EMU) in zich bergt.

Het huidige Portugese voorzitterschap had lankmoedig beslist dat het verdrag, waarover begin december zo hard en intensief in Maastricht was onderhandeld, ook in de Limburgse hoofdstad mocht worden ondertekend. Nog twee maanden waren nodig geweest voor de "toilettage' van de tekst zoals de regeringsleiders die in Maastricht in de schoot van de juristen hadden geworpen. In het bijzonder de sociale paragraaf leverde problemen op, doordat Engeland niet meedoet en niettemin alle EG-instanties een rol moeten kunnen spelen in de sociale samenwerking tussen de resterende Elf.

Egon Klepsch, de nieuwe parlementsvoorzitter, nam de kritische houding van zijn voorganger, de Spanjaard Baron Crespo, bijna ongewijzigd over. Tijdens een rede bij de ondertekening zei hij: “Dit ontwerp-verdrag zorgt nog niet voor een Europese Unie die opgewassen is tegen de uitdagingen van deze tijd. Het schept niet het kader dat nodig is om de uitbreiding met nieuwe lidstaten aan te kunnen.” Maastricht, zei hij, is hoogstens een tussenstap, er moet nog veel gebeuren, ook omdat het verdrag, dat nu nog door de twaalf parlementen moet worden geratificeerd, “zwakke punten, onvolkomenheden en onduidelijkheden” bevat.

Vanzelfsprekend zat Klepsch het meest de geringe uitbreiding dwars van de bevoegdheden van zijn parlement, zoals die in het nieuwe verdrag is vastgelegd. Maar ook had hij grote zorgen over de nieuwe "zuilen', zoals die naast de gemeenschapsstructuur komen te staan: het buitenlands en veiligheidsbeleid en de samenwerking op binnenlands en justititeel terrein. Die gebieden blijven vrijwel uitsluitend onderwerp van intergouvernementele samenwerking, hetgeen betekent dat het Europese Parlement, net als de Europese Commissie, buiten spel staat. Het parlement, zei Klepsch voorzichtig dreigend, zal het resultaat dan ook nog eens “grondig onderzoeken”.

Veel enthousiaster over de Europese Unie was de Portugese minister-president, Cavaco Silva. Voor hem ging het bij het verdrag, dat in de Limburgse Statenzaal door de twaalf ministers van buitenlandse zaken en van financiën werd ondertekend, om een “beslissende stap op weg naar de Europese Unie”, een doel dat naar zijn mening zijn gelijke niet kent in de moderne geschiedenis. In tegenstelling tot Klepsch is Cavaco Silva dan ook zeer tevreden over het resultaat, dat hij in zijn rede een “wijze balans” noemde “tussen ambitie en behoedzaamheid, idealisme en pragmatisme, solidariteit en subsidiariteit”.

Premier Lubbers en minister Van den Broek hoorden het met genoegen aan. Het verzachtte echter nauwelijk de pijn over hun oorspronkelijk ontwerp, dat in september zo meedogenloos door de partners naar de prullenmand werd verwezen.

Lubbers vroeg zich gisteravond, in zijn rede, trouwens ook af of het nieuwe, in Nederlandse ogen sterk afgezwakte verdrag voldoende stevig is om de wachtenden voor de deur van de EG te kunnen opvangen. “De antichambre loopt vol. Zullen we tot 1996 kunnen wachten met de convocatie van de volgende intergouvernementele conferentie of zullen de ontwikkelingen ons nog tot grotere spoed dwingen?”

Het Euro-cynisme kwam opnieuw van de Britten. “Wat ik ondertekend heb, ik weet het niet”, zei minister Douglas Hurd. En vervolgens tegen zijn woordvoerder: “Francis, we moeten echt uitzoeken waaronder ik zojuist mijn handtekening heb gezet.”