Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Bekijk hele krant

NRC Handelsblad

Economie

De Amerikaan vertrouwt zijn economie niet meer

NEW YORK, 20 NOV. De Amerikaanse aandelenbeurs heeft knikkende knieën. De zwakke opleving op maandag werd gisteren onder de voet gelopen door opnieuw dalende koersen. Als redenen werden in de loop van de dag genoemd: een groter-dan-verwacht handelstekort (in september), gebrek aan economisch leiderschap van president Bush, berichten uit de Sovjet-Unie dat de Russische minister van justitie Gorbatsjov zou willen aanklagen, de daling van de dollar, en markt-technische factoren.

Maar belangrijker dan de verklaring du jour is de trend van de markt en de onderliggende economische situatie.

Beleggers hebben een goed jaar gehad. De Standard & Poor's index, met 500 aandelenkoersen de breedste graadmeter van Wall Street, is sinds 1 januari met ruim 16 procent gestegen, zelfs na de daling van 140 punten oftewel 4 procent in de afgelopen drie handelsdagen.

Professionele beleggers zijn met de kerstvakantie in zicht bereid om hun winst te nemen: een winst van 16 procent is goed in ieder jaar, zeker als de inflatie minder dan 3,5 procent is.

De koerswinsten waren voor een klein deel gebaseerd op verwachte economische groei, maar vooral op de lage rente. Die was weer het gevolg van economische landerigheid en de pogingen van de Fed, de centrale bank, om met goedkoop geld investeringen te stimuleren.

Vergeleken met de laagrenderende obligaties en spaardeposito's boden aandelen betere vooruitzichten. Het resultaat was dat eind vorige week de koers-winstverhouding van de aandelen die de Dow Jones bestrijkt was opgestuwd tot maar liefst 29 - dat wil zeggen dat de koers 29 keer de jaarwinst per aandeel was. Normaal is een ratio van 15. De k-w van de bredere Standard & Poor was 21. Als de economie snel groeit kunnen de winstverwachtingen van bedrijven dergelijke ratio's nog wel rechtvaardigen, maar de Amerikaanse economie stelde het hele jaar teleur.

De groei werd pas in juli weer hervat en was zo langzaam dat de meeste mensen niet geloven dat de recessie officieel voorbij is. Omdat de Amerikaanse economie voor tweederde wordt getrokken door consumentenbestedingen, letten de meeste economen op indicaties dat het vertrouwen van de gemiddelde Amerikaan terugkeert.

Daarom hadden de cijfers van afgelopen vrijdag zo'n invloed. De werkloosheid bleek toegenomen - en niets werkt zo verlammend als de angst voor ontslag. Bovendien bleken de voorraden van bedrijven weer toegenomen; dat vergrootte de kans op produktievermindering in de komende maanden en dus op misschien nog meer ontslagen.

De Amerikaanse economie is een raar ding op dit moment. Dat blijkt wel uit de verwarring van de pers. De New York Times schrijft min of meer routine-matig dat het land in recessie verkeert, sommige scribenten in de Wall Street Journal zeggen dat de economie groeit.

Feit is dat de economie in het derde kwartaal met 2,4 procent groeide (hoewel zulke cijfers vaak drastisch worden herzien, en dit dus nog geen zekerheid is), en dat volgens 53 vooraanstaande economen gepeild door de Blue Chip Economic Forecasters de economie ten minste tot maart met 2 procent op jaarbasis zal groeien.

Maar die groei is zo gering dat hij niet de indruk heeft kunnen wegnemen dat het nog steeds slecht gaat met het land. Tot de verbeelding sprekende berichten bevestigen die indruk: auto's worden niet gekocht, onroerend goed is in de meeste streken van het land een stuk minder waard dan twee jaar geleden, glamour-bedrijven als IBM, Apple, Salomon Brothers en zelfs dagbladen als de New York Times ontslaan honderden en duizenden werknemers tegelijk.

De centrale bank, voortdurend achter de vodden gezeten door president Bush, verlaagde de rente dit jaar verschillende keren om investeringen aan te moedigen (vandaar die lage rendementen op bankdeposito's.) Maar dat mocht niet baten.

Amerikaanse banken lenen nog steeds spaarzaam uit omdat ze hun vingers hebben gebrand aan de onroerend-goedspeculatie van de jaren tachtig. Ze zitten met niet-afbetaalde leningen en moeten tegelijkertijd hun balans verstevigen om te voldoen aan de richtlijnen die volgend jaar van kracht worden.

Bedrijven klagen al sinds het voorjaar dat de banken zo krenterig zijn, en president Bush vond het afgelopen zomer zelfs nodig om persoonlijk de banken toe te spreken. Het mocht niet baten.

Een van de weinige lucratieve zaken van banken is het lenen aan credit-card-houders, die rond 18 procent betalen op hun negatieve saldo's. Toen de Senaat afgelopen vrijdag zei dat zij een plafond op die rente wilde stellen, was dat een van de druppels die de emmer deden overlopen. De maatregel zou immers na de bedrijven ook de banken in moeilijkheden brengen, en de middenstand, die zo afhankelijk is van aankopen op krediet. (De maatregel lijkt nu van de baan.)

Alles bij elkaar wekte dit de indruk dat de stijging van de aandelenkoersen op lucht was gebaseerd. De hoge koers-winstcijfers bevestigden die indruk.

President Bush, na maandenlange afwezigheid plotseling bezorgd, maakt ook geen sterke indruk. Eerst zegde hij een reis door Azië af (daarmee een verslechtering van de relaties met Japan riskerend, volgens sommigen een potentieel groter probleem dan de binnenlandse malaise). In het weekeinde zei hij dat mensen zich geen zorgen moesten maken (zonder te zeggen waarom), en gisteren verscheen hij weer op de buis om er op te wijzen dat de rente laag was, de inflatie ook, en dat de export nog steeds stijgt. De eerste twee omstandigheden zijn normaal aan het eind van een recessie, en de export-groei werd teniet gedaan door importgroei.

De schrilheid waarmee de president mensen probeerde gerust te stellen boezemde cynische beleggers weinig vertrouwen in en vergrootte in hun ogen de kans dat Bush volgend jaar zou worden verslagen. Het vooruitzicht van een nieuwe Democratische president is genoeg om iedere Republikeinse Wall Streeter doodsangst in te boezemen.

Wat is er nu werkelijk aan de hand? De economie groeit waarschijnlijk inderdaad, maar niet genoeg om Amerikanen nieuw vertrouwen te geven. Hun huizen zijn minder waard, hun neef of buurman is ontslagen, en in dit soort tijden bouw je liever je credit-card-rekening af dan dat je lustig kerstinkopen gaat doen.

Waarschijnlijk zal de economie zo blijven doormodderen, als er geen paniek uitbreekt. Met een beetje geluk trekt hij volgende zomer weer aan, net op tijd voor de presidentsverkiezingen.

De optimisten tenslotte hebben enkele goede argumenten. Koers- winstverhoudingen zijn gebaseerd op winst in het afgelopen jaar en zeggen dus niets over de toekomstige gezondheid van het bedrijfsleven. De rente is op het laagste punt sinds met midden van de jaren zeventig en de inflatie is met 3,4 procent op het laagste peil in vier jaar. Bedrijven zouden dus makkelijk kunnen investeren, de huizenmarkt zou nu eindelijk eens moeten aantrekken.

Inderdaad - als de gemiddelde Amerikaan nu maar eens ophield zich zoveel zorgen te maken en begon auto's en kerstcadeau's te kopen.