"Hij heeft het zichzelf aangedaan'', zegt pianist Russ Freeman aan het begin van de documentaire Chet Baker, the last days. En dan bedoelt hij niet dat deze op vrijdag 13 (!) mei 1988 overleden trompettist uit het raam van zijn Amsterdamse hotelkamer "gesprongen' zou zijn, zoals Het Parool nog diezelfde dag suggereerde, maar slechts dat Baker zonder heroïne meer van zijn carrière had kunnen maken.
En Freeman kan het weten, want hij was niet alleen jarenlang zelf verslaafd (“toen ik ermee ophield, begon Chet”), maar ook getuige van Bakers eerste gloriejaren. In 1952 wordt de als "psychisch ongeschikt' uit het Amerikaanse leger ontslagen Baker ontdekt door Charlie Parker. Kort daarna treedt hij toe tot het pianoloze kwartet van Gerry Mulligan dat al snel furore maakt. De lezers van het muziektijdschrift Downbeat kiezen hem in 1953 en 1954 tot hun populairste trompettist en ook de industrie "herkent' zijn James Dean-achtige appeal. Een mode-onderneming laat hem stropdassen (!) aanprijzen, de Martin Band Instrument Co. gebruikt hem in een reclame-strip getiteld : SUCCESSFUL CAREERS in Music.
Dat een geslaagde carrière en a habit elkaar slecht verdragen blijkt al in 1955 als hij met zijn kwartet door Europa gaat toeren. Van de geplande stapel platen voor het Franse label Blue Star wordt slechts een deel gerealiseerd, en pianist Dick Twardzik, opvolger van Russ Freeman, overlijdt aan een overdosis.
Het is het begin van een eindeloze zoektocht over de wereld die slechts twee doelen kent: optreden en "scoren'. Baker belandt drie keer in de gevangenis, zijn tanden worden uit zijn mond geslagen, maar telkens krabbelt hij weer op. Om ongebroken You don't know what Love is in te zetten, of, op veler verzoek, nog eens My Funny Valentine te zingen. Dat hij, broodmager en verschrompeld, ten slotte overleed door een val uit een raam is nogal bizar, gezien het feit dat hij taai was als een kat.
Chet Baker, the last days, gemaakt voor de Wereldomroep en geregisseerd door Willem Ouwerkerk, steunt sterk op de research die Jeroen de Valk onmiddellijk na Bakers dood verrichtte voor Herinneringen aan een lyrisch trompettist (Van Gennep 1989). Net als in de biografie (momenteel vertaald in het Duits) komen ook in The last days vele insiders aan het woord. Naast Russ Freeman zijn dat o.a. impresario en platenbaas Wim Wigt, collega-trompettist en hospes Evert Hekkema, gitarist Philip Cathérine, en Jacques Pelzer, de apotheekhoudende saxofonist uit Luik.
De laatste bleef, alle passerende liefdes ten spijt, vanaf 1955 Bakers grote steun en toeverlaat. Trompettist-vocalist Chet Baker werd wel 58 jaar oud, maar nooit volwassen.