Dit staat in het vandaag verschenen halfjaarlijks verslag van de Algemene Rekenkamer, het orgaan dat de doelmatige besteding van overheidsuitgaven controleert. Het is de tweede achtereenvolgende keer dat de Rekenkamer het mestbeleid onder de loep heeft genomen. Een half jaar geleden concludeerde zij dat ambtenaren van het ministerie van landbouw en visserij de dreigende mestoverschotten jarenlang bewust hebben verzwegen.
Volgens de Rekenkamer remmen de huidige mestregels hooguit het tempo van de verslechtering van het milieu af. Fosfaat en nitraat hopen zich op in bodem en water en pas na 2000 zal zich, volgens de Rekenkamer, geen verdere verslechtering voordoen. De uitstoot van stikstof naar het opperlaktewater komt voor 70 procent voor rekening van de landbouw. Nederland heeft op Noordzee-conferenties beloofd dit percentage naar 50 te zullen terugbrengen.
De Rekenkamer constateert dat de milieudoelstellingen van de mestregels soms ondergeschikt worden gemaakt aan de praktische haalbaarheid. Zo stuitte een onmiddellijke invoering van een uitrijverbod voor vijf maanden op het ontbreken van voldoende capaciteit om de mest op te slaan.
Minister Bukman (landbouw) is het met deze kritiek niet eens. Volgens hem gaat het om “een evenwicht van belangen” en wordt gepoogd milieubelang en praktische haalbaarheid “zoveel mogelijk hand in hand te laten gaan”.
De opmerkingen van de Rekenkamer komen kort nadat Bukman in een brief aan de Tweede Kamer heeft erkend dat de huidige maatregelen tekort schieten om de mestproblematiek afdoende te bestrijden. In diezelfde brief kondigde Bukman mede namens de ministers Alders (milieu) en Maij-Weggen (verkeer en waterstaat) aan dat het kabinet komend najaar met nadere plannen zal komen. Die brief heeft de Rekenkamer niet in haar beschouwingen betrokken.
Een van de nieuwe maatregelen die het kabinet overweegt, is een heffing op kunstmest om het gebruik daarvan af te remmen. Ook de Rekenkamer wijst vandaag op deze mogelijkheid. Een meerderheid in de Tweede Kamer van CDA en VVD liet echter vorige week nog weten tegen een kunstmestheffing te zijn, in tegenstelling tot PvdA, D66 en Groen Links.
Pag. 3
Andere aanbevelingen van de Algemene Rekenkamer lijken bij voorbaat op verzet van minister Bukman te stuiten. De Rekenkamer vindt dat veehouders verplicht moet worden een bepaalde opvangcapaciteit voor mest te hebben, gerelateerd aan hun produktie. Volgens Bukman is zo'n maatregel in de praktijk moeilijk te controleren en een aantasting van de flexibiliteit van het boerenbedrijf.
De Rekenkamer zelf vindt ook dat de controle van de mestregels een knelpunt is. De regels zijn niet alleen ingewikkeld, maar de naleving is bovendien vaak alleen ter plekke te controleren. Zij beveelt daarom aan veehouders die dierlijke mest willen afzetten of gebruiken verplichten dit vooraf aan de politie te melden. Minister Bukman acht dit niet haalbaar: dat zou op zo'n 540.000 meldingen per jaar neerkomen.
De Rekenkamer vindt dat in elk geval op korte termijn concrete maatregelen noodzakelijk zijn tegen de stikstofbelasting die door de mest wordt veroorzaakt. Zij dringt verder aan op een gedegen studie naar de handhaving en controle van de mestwetgeving.