Bootsman Gerrit de Veer hield van de drie reizen naar het Noorden een journaal bij. Het werd met succes vele malen gedrukt onder een zeer lange titel, waarvan het laatste gedeelte luidt: ... en hoe op de laatste reis het schip in het ijs bezet is en het volk op 76 graden op Nova Zembla een huis getimmerd en 10 maanden zich daar opgehouden heeft, alles met ongelooflijke zwarigheid. Op De Veers aantekeningen baseert Hildebrand zijn verhaal, dat tot aan de ijsvlakten van Nova Zembla nogal tam verloopt: 'De bemanning was vol goede moed en de stemming was uitstekend.' Zelfs daarna wordt het - afgezien van hongerige ijsberen en het ternauwernood ontsnappen aan verstikking door kolendamp - niet echt spannend, want 'eentonig waren de dagen, eeuwig duurde de nacht.' Ook in de schrijfwijze moet de spanning niet gezocht worden. De auteur doet geen stap buiten de begane taalpaden: 'strijd tegen de elementen', 'eenzaam is de woeste natuur', 'de storm gierde woest door het want', 'redding uit de klauwen van het eeuwige ijs'. Dat deed Gerrit de Veer in 1596 beter: 'Als wij tegen het vuur aanzaten, schroeiden vanvoren bijna de schenen en de kousen, hetgeen wij nog eer hadden geroken dan gevoeld en waren vanachteren ruig uitgeslagen, zoals de boeren er uitzien, wanneer zij 's morgens vroeg de stad in komen en 's nachts onderweg zijn geweest.' De spanning van Het Behouden Huis ligt in de gebeurtenissen zelf, in de vraag of de mannen het zullen halen. In zijn centraal verwarmde huis leeft de lezer ademloos en vol bewondering mee. Het is dezelfde soort bewondering die de schrijver - ongetwijfeld onder invloed van naoorlogse vaderlandsliefde - doet uitbarsten in ronkende volzinnen: 'Maar het waren helden, stuk voor stuk. Een handjevol mannen die iets volbrachten wat in die tijd niemand voor mogelijk had gehouden. Zij maakten dat heel Europa met respect keek naar het smalle strookje grond aan de Noordzee, naar ons land.' In de uitgave van ruim veertig jaar geleden was het nog erger, maar de hertaalster heeft hier wat geschaafd, zoals ze ook 'gij hebt gedaan wat ge kondt doen' wijzigde in 'u hebt gedaan wat u kon', 'luiden' in 'mannen' en 'doch' in 'maar'. Wel jammer dat het fraaie scheldwoord seldrement moest verdwijnen.
Wie naar aanleiding van het nawoord in het Rijksmuseum op zoek mocht gaan naar de ruim driehonderd voorwerpen uit het Behouden Huis zal niets vinden, want die collectie is zo'n vijf jaar voor onderzoek afwezig geweest. Begin volgend jaar is het allemaal weer te zien: wapens, nautische instrumenten, schoenen, huisraad, een bol touw, een stuk van een beurs, een bezem met nog twintig haren en de klok die van de kou niet meer lopen wilde.