Het eerste wat wij moeten doen is de capaciteit van ons ingenieursbureau drastisch vergroten. Daar zijn we al mee begonnen. Vorig jaar was er een personeelscapaciteit van 275 manjaren, recent zijn er 180 manjaren bij gekomen. Maar de vraag is of we alles zelf moeten blijven doen. Met name voor grote projecten als de hoge-snelheidslijn en de Betuwelijn wordt indringend onderzocht of die niet goeddeels aan externe bureaus kunnen worden uitbesteed, om tijd te winnen.
Doorgaans heb je voor een spoorlijn een jaar of vijf, zes nodig en als de procedures ingewikkeld zijn een jaar of acht. Dat vinden wij te lang. Je hebt te maken met de Wet op de Ruimtelijke Ordening, een streekplan, een bestemmingsplan. Je moet nagaan of het besluit geluidhinder relevant is. Dan heb je de MER-procedure en de Hinderwet. Wij vinden dat al die procedures moeten worden geparallelliseerd. Gelukkig richt de Trace-wet zich daar straks ook op. Je moet een procedure hebben waarvan je van tevoren weet hoe lang die duurt. Zodat je na twee jaar weet: nu worden er knopen doorgehakt.
Als het goed is duurt het werk zelf langer dan de procedure. Je moet een zandlichaam aanleggen, het zand moet zich zetten, je moet allerlei lagen ondergrond aanbrengen, de spoorwegbovenbouw, alarminstallaties, viaducten bouwen, afwatering aanleggen, wegen omleggen, bruggen bouwen. Het zijn omvangrijke civieltechnische werken.
Daarom moeten we niet te veel tijd verloren laten gaan. Een minister moet zijn aanwijzingsbevoegdheid durven benutten. Gemeenten en provincies desnoods dwingen mee te werken. Er zijn nu eenmaal hogere en lagere belangen. Je zult als overheid voor minder orthodoxe methoden moeten kiezen. Zoals wijzelf onorthodox zijn door projecten uit te besteden. Voor het eerst in de geschiedenis. (JK)
DE ZEELANTARENS