De rechterlijke macht moet zich het corrigerend effect dat sancties op het gedrag van burgers hebben ter discussie stellen, meent de premier. Hij hekelde een aantal gangbare opvattingen in de strafrechtspraktijk over het verband tussen de hoogte van de straf en het delict. Zo wordt er in Nederland volgens de premier opvallend weinig gediscussieerd over de vraag of bij veel voorkomende criminaliteit inderdaad lage boetes gewenst zijn. Lubbers zei dat lichte vrijheidsstraffen wel bij lichte vergrijpen passen, maar liet zorgvuldig in het midden of dan de boetes ook laag kunnen zijn. Ook wordt volgens de premier in Nederland vrijwel onweersproken aangenomen dat het onrechtvaardig is 'als sommige betrapte burgers zwaar bestraft of beboet worden, terwijl vele anderen de dans geheel ontspringen'.
Het wordt volgens hem tijd voor 'vernieuwend denken' binnen het openbaar ministerie en de rechterlijke macht. Hij riep de rechters in Nederland op om door hun straftoemetingsbeleid hun verantwoordelijkheid te nemen voor de 'maatschappelijke politiek'.
De bestuurlijke en wetgevende macht doen het hunne door te zorgen voor sociale vernieuwing en decentralisatie van macht naar gemeenten en maatschappelijke organisaties.
Met nadruk claimde Lubbers het recht voor de politiek om een discussie over de zwaarte van sancties in het strafrecht te openen. Het zijn immers regering en parlement die de strafmaxima in de wet vastleggen en daarmee de rechter aangeven hoe ernstig bepaalde normschendingen moeten worden gevonden. Dat heeft volgens Lubbers niets te maken met de 'goede traditie' voor de politiek om zich te onthouden van kritiek op rechterlijke uitspraken. Ook is er volgens hem geen sprake van het uitoefenen van druk op de rechter.
Pag.3: Trias politica in problemen