Met zijn lichtvoetige kunst, waarin krantenpapier een nadrukkelijke rol speelde, wist de nestor voorbijgangers telkens weer opnieuw op het verkeerde been te zetten. De krant was voor hem materiaal waarvan hij het vluchtige bestaan wilde verlengen. 'Een wegwaaiende krant daar kan ik niet genoeg van krijgen.'
Oey zag de krant als iets dat niets van een gebruiksvoorwerp heeft maar daarentegen alles van een consumptie-artikel. 'Mensen die een krant lezen gedragen zich als eters'.
Een typische Oey Tjeng Sit uitspraak. Als kind werd hem geleerd niet te praten aan tafel, behalve als het over eten ging. Hij groeide op in een dorp aan de voet van de vulkaan de Kloet op Java in een huis waar een grijze gibbon de hanglamp als liaan gebruikte. Met het westen maakte hij onder andere kennis via Laurel en Hardy, de films zag hij aan de achterkant van het filmdoek, terwijl het publiek voor het scherm de tussentitels hardop voorlas zodat de kleintjes ook alles konden volgen. Op de HBS kreeg hij tekenles van Piet Ouborg. In die tijd woonde hij ook een in het Javaans vertaalde opera van Wagner bij. Zijn geboortejaar staat in het teken van de draak en dat betekende onder andere in de praktijk dat hij niet voor zijn ouders hoefde te zorgen. Kortom; een achtergrond die, als vanzelf, tot een vrije geest zou leiden.
In museum Fodor is nu, drie jaar na zijn dood, voor het eerst een overzichtstentoonstelling gerealiseerd. Als het aan Oey had gelegen was daar nooit iets van terecht gekomen en zou zijn in een container opgeslagen inboedel voor een verhuizing die nooit is doorgegaan verloren zijn gegaan. 'Zonder Paul Kempers zou het werk van onze vader mogelijk beland zijn waar hij het al heimelijk toe had bestemd: in de goot, als de krant van gisteren', aldus een zoon. Paul Kempers die kind aan huis was bij de familie Oey, bracht als kunsthistoricus orde in de nalatenschap en stelde de tentoonstelling in Fodor samen en schreef een levendige tekst zonder zwaarwichtige en pretbedervende theorieen in het boek Oey Tjeng Sit.
Kempers heeft een keuze gemaakt uit zijn figuratieve periode van surrealistische tekeningen van strandtaferelen tot en met de vliegerachtige wandobjecten van papier, bamboestokjes en touwtjes uit de jaren tachtig. Daarnaast een hoeveelheid collages met gescheurde kranten en beschilderde beursberichten of telefoonboekpagina's en tekeningen waarin vingers steeds absurde associatieve spelletjes spelen. De tentoonstelling laat zien dat de dingen niet altijd zo zijn zoals ze zich voordoen. Een aantal in kranten verpakte wijnflessen bijvoorbeeld, blijkt niet allemaal fles te zijn wanneer de toeschouwer een ventilator aanzet en er eentje blijkt te bewegen in de wind. Het gaat hier dus om flesachtige vormen. De uiterlijke verschijningsvorm leidt je om de tuin zo gaat dat voortdurend in het leven, lijkt Oey ons wijs te willen maken. Want zijn flessen staan niet alleen model voor Bordeaux of Beaujolais, maar voor alle gebruiksvoorwerpen. Oey Tjeng Sit bedreef magie op natuurkundig niveau. Hij was eerder saboteur dan een tovenaar.