Het Hof, uitsluitend uit mannen bestaande, besliste met 7 tegen 4 stemmen dat het artikel rechtvaardig was omdat de psychische schade aan een verkrachte prostituee toegebracht, minder groot zou zijn dan die aan een 'eerbare vrouw'. Zowel president als de vice-president van het Hof betoonde zich over dit besluit zeer geschokt, evenals het grootste deel van de pers en allerlei vrouwenorganisaties, inclusief het machtige syndicaat van prostituees in de havenstad Izmir, dat een staking overweegt. Een feministische organisatie riep haar leden op, zich een week van seksuele contacten te onthouden.
Bij de mars werden leuzen meegedragen als 'de man is de bron van agressie', 'weg met aanmoediging van agressie', 'eerbaar of eerloos, wij zijn vrouwen', 'prostituee is ook een beroep', en 'we willen niet tot thuisblijven worden veroordeeld'. Dit laatste verwoordt de vrees dat, als artikel 238 wordt toegepast, verdedigers van verkrachters steeds hardnekkiger zullen zoeken naar sporen van 'lichte levenswandel' bij het slachtoffer dat op die manier tot thuisblijven is gedoemd.