Matinee op de vrije zaterdag. Concert Radio Kamerorkest o.l.v. Hans Zender m.m.v. Maria Tipo, piano, en Harry Sparnaay, basklarinet. Werken van Schubert, Mozart, Loevendie en Beethoven. Gehoord 19/3 Concertgebouw Amsterdam. Uitzending Radio 4 VARA, 21/3, 20.02 uur. Door ERNST VERMEULEN Oorspronkelijk vermeldde het programma van het laatste concert in de serie A van de VARAmatinee naast de klassieke composities van Mozart, Beethoven en Schubert nog de zeven stukken voor basklarinet en Kamerorkest van Tristan Keuris. Maar de componist keurde zijn werk en heruitvoering na de wat ongelukkig uitgevallen première in Rotterdam (het oude liedje: te weinig voorbereidingstijd) niet waard en werkt aan een nieuwe Fassung. Daarvoor in de plaats voerde Harry Sparnaay de Incantatins van Theo Loevendie uit: een compositie voor basklarinet en zeker niet Kamerorkest, gelet op de uitgebreide kopersectie. Dit werk dateert van 1975. Onbegrijpelijk dat dit concert toentertijd zo'n commotie veroorzaakte, want het klonk zaterdagmiddag even moeiteloos en vanzelfsprekend als de vertrouwde composities die daar omheen gegroepeerd waren. Vanaf de eerste tonen in de piano (als een schimmige mars) tot de laatste in hetzelfde instrument met weer dat geraamte, ontplooit zich een boeiend spel vol bezwerende signalen
van piccolo tot contrafagot in een zo wijd mogelijke ligging om het solo-instrument niet te overdekken. En over tromritmen gesproken: boeiend blijft de behandeling van de strijkers in exact gelijkopgaande beweging; wie had gedacht dat deze edele groep eens zou worden gedegradeerd tot een begeleidende functie gelijk die van de drums in een big banct] Boeiend maar niet onlogisch, zoals Hans Zender en de zijnen aantonen. Zender oogt als een strenge Duitse Kapellmeister, maar dirigeert opmerkelijk genuanceerd en elegant. Ook de soliste in Mozarts pianoconcert nummer 20 in d KV 466, de Italiaanse pianiste Maria Tipo, voor het eerst optredend in het VARA-matinee, oogstte veel succes. Zender nuanceerde in heldere lijnen, karakteristiek achttiende-eeuws voor zover met een modern ensemble mogelijk is, maar Tipo stelde de met grandeur voorgedragen dramatische kadenzen van Beethoven centraal. Dat valt uitstekend te verdedigen, want KV 466 behoort met KV 491 tot Mozarts meest Beethoveniaanse concerten. Maar wie de opname kent.van Malcolm Bilson op een fortepiano uit Mozarts tijd, moet toch wennen aan het gelikte kleurtje van de Steinway. Afgezien daarvan vond ik het een gedenkwaardige uitvoering, want Tipo stond achter haar visie, werkte deze consequent uit, afgezien van een enkel moment zoals in de terugkeer van het Romance-thema na de grootse en dramatische middensektie. Dat vond ik al te beeldschoon gespeeld: meer Chopin dan Mozart.