Door onze redactie wetenschappen ROTTERDAM, 16 mei — Vijf jaar na de geboorte van de eerste "reageerbuisbaby" in Engeland is het een Nederlands medisch team nu ook gelukt een vrouw bij wie een bevruchting niet op normale wijze mogelijk is kunstmatig zwanger te doen worden.
De ingreep, tot stand gebracht door de gynaecologen dr. A. Th. Alberda en mevrouw dr. 1. van Gent en de fysioloog prof. dr. G. H Zeilmaker van de Erasmusuniversiteit in Rotterdam, is in principe niet meer dan het terugplaatsen van een buiten het lichaam bevruchte eicel in de baarmoeder van de vrouw. De term "reageerbuisbaby" (test tube baby) is in feite zeer ongelukkig, omdat alleen tijdens de fase van de bevruchting, het samensmelten van een (moederlijke) eicel met een (vaderlijke) spermacel, sprake is van enig glasWéTk'— geen reageerbuis, maar e'é'rt [tetri-schaaltje. Na, de implantatie van de bevruchte eicel is de vrouw op dezêlfde wijze in verwachting van een kind als iedere andere aanstaande moeder. Er bestond dan ook geen noodzaak de in Assen wonende moeder in het academisch ziekenhuis in Rotterdam te laten bevallen. Dit laatste gebeurde uitsluitend op de uitdrukkelijke wens van de moeder. Naar schatting is tien procent van de vrouwen niet in staat op normale wijze zwanger te worden. Zij beschikken veelal wel over een gezonde baarmoeder en normale eicellen, maar tot zwangerschap wil het niet komen. Het lag dafi ook voor de hand dat enkele jaren geleden medici begonnen met het ontwikkelen van nieuwe technieken, waarbij echtparen na uitdrukkelijk verzoek aan een eigen kind konden worden geholpene ingreep is niet gemakkelijk. Ewsr moet operatief een eicel bij de vrouw worden verkregen. Meestal neemt men meer dan één ek:eH"omdat slechts 10 tot 15 procent van de implantaties succes oplevert. Terugplanting. Vervolgens wordt de eicel bevrucht met het sperma van de echtgenoot. Na de bevruchting, die microscopisch wordt gadegeslagen,
wacht men enkele dagen alvorens tot terugplanting te besluiten. Er hebben zich dan twee of drie delingen voorgedaan, zodat de oorspronkelijke bevruchte eicel uit vier of acht cellen bestaat. Het is dit klompje cellen dat in de baarmoeder wordt teruggeplaatst. Dat laatste is de moeilijkste fase van de techniek, omdat de baarmoeder slechts in 10 tot 15 procent van de gevallen het beginnend embryo accepteert, het eitje wil niet "aanslaan". Het ligt echter in de verwachting dat medici erin zullen slagen dit percentage te verhogen door de baarmoeder in de juiste conditie te brengen met bepaalde hormoonbehandelingen. De moeder van de eerste reageerbuisbaby, de Engelse mevrouw Brown, die door ingreep van de artsen Patrick Steptoe en Robert Edwards al in 1978 van een reageerbuisbaby beviel, is thans weer zwanger. Zoals het zich laat aanzien levert de nieuwe techniek weinig ethische problemen op. Zolang de buitenbaarmoederlijke bevruchting uitsluitend wordt gebruikt om echtparen te helpen die niet op natuurlijke wijze een eigen kind kunnen krijgen, zullen slechts weinigen bezwaar aantekeExperimenten Anders wordt het, wanneer artsen met de verkregen eicellen gaan experimenteren, zoals onlangs in Engeland gebeurde. Na een geslaagde inplantatie nam de arts Edwards enkele experimenten met eicellen die hij nog over had. Dat wekte veel opschudding in Engeland. Op zichzelf waren deze experimenten vrij onschuldig van aard, maar ze openen wellicht de deur tot verdergaande ingrepen, waarbij het erfelijk materiaal in een door de mens gewenste richting wordt gewijzigd. Ook daarover behoeft nog niet op voorhand een banvloek te worden
uitgesproken (men kan denken aan het voorkomen van erfelijke ziekten), maar dergelijke experimenten dienen wel in het openbaar te geschieden. Leenmoeder Een ingreep die wel de nodige protesten zal oproepen, is het plaatsen van bevruchte eicellen bij een andere vrouw dan de echte moeder. Men zou hierbij van een leenmoeder kunnen spreken. De techniek is hiervoor al ver genoeg. Bij koeien is deze ingreep al standaard geworden, terwijl onlangs een vrouw zwanger werd van een eicel die na bevruchting vier maanden in vloeibaar stikstof was bewaard. Het is niet onwaarschijnlijk dat medici binnenkort erin zullen slagen het sperma van de man te scheiden in zaadcellen met een Y-chromosoom (dat na bevruchting met een eicel een jongen geeft) en zaadcellen met een X-chromosoom (meisje). Deze techniek zal medici ook voor grote ethische problemen plaatsen, wellicht nog meer dan bij de buitenbaarmoederlijke bevruchting. Rapport In een vrijdag uitgebracht rapport verklaart het Britse medisch genootschap dat artsen mogen doorgaan met het invriezen van bevruchte eicellen. De bewaarperiode mag echter niet langer zijn dan een jaar. In het rapport staan richtlijnen voor artsen die zich bezighouden met reageerbuisbaby's. Het is vrijzeker dat deze richtlijnen kritiek zullen ondervinden. Zo hebben de rooms-katholieke bisschoppen van het Verenigd koninkrijk een afkeurend oordeel uitgesproken over het bewaren van embryo's. In het rapport staat onder andere dat wetenschappelijk onderzoek op embryo's moet worden beëindigd uiterlijk veertien dagen na de bevruchting van de eicel.
De fysioloog dr. A. Th. Alberda (I.) toont samen met de gynaecologen prof. dr. G. H. Zeilmaker (m.) en dr. I. van Gent de eerste Nederlandse „reageerbuisbaby". (Foto ANP)