Het is begin september en tractors en landbouwmachines rijden af en aan om de suikerbieten te oogsten. Op zich business as usual, maar tegelijkertijd heel bijzonder, want dit jaar wordt voor het eerst bij een deel van de boeren ook het loof meegenomen.
Het groen gaat op weg naar de nieuwe fabriek in Dinteloord waar het verwerkt wordt tot een zuiver plantaardig eiwit: een kleurloos, geurloos en smaakloos eiwit in poedervorm.
Volledig plantaardig
Het betekent een nieuwe fase voor ir. Paulus Kosters, medeoprichter van GreenProtein (zie kader), en dr. ir. Evelien Vandevenne, projectleider Eiwitten bij Suiker Unie.
Kosters: “De voedingsmiddelenindustrie staat te springen om een plantaardig eiwit dat het gebruikelijke kippenei-eiwit kan vervangen. Na jaren van onderzoek zijn we eindelijk zover om op grotere schaal een puur plantaardig eiwit te winnen.”
Toepassingen
Vandevenne voegt toe: “Plantaardige eiwitten zijn de toekomst, het is een perfect ingrediënt voor de voedingsmiddelenindustrie om volledig plantaardige producten mee te kunnen maken, beter voor het milieu en ook nog eens niet-allergeen. De toepassingen zijn eindeloos: in vlees- en zuivelvervangers, desserts, cakes en taarten, vegan-ijs, noem maar op. Als Suiker Unie kunnen we deze trend niet negeren. Al die tonnen loof, daar willen we iets mee.”
Duurzame toekomst
Dat groene bladeren van planten eiwitten bevatten is geen nieuws. Toch is het nog niet gelukt om op grote schaal plantaardige eiwitten te winnen.
“In een blad zit slechts 1 tot 3% eiwit”, legt Kosters uit. “Het is moeilijk – en dus kostbaar – om het eruit te halen. Maar de behoefte aan plantaardig eiwit is zo groot geworden, dat je die processing inmiddels kunt verantwoorden.”
Vandevenne beaamt dit: “Alles komt nu samen: verbeterde techniek, de vraag vanuit de markt en het maatschappelijk belang. Het is heel interessant hoe grondstoffen een rol kunnen spelen in duurzaamheid. Daar probeer ik zelf ook bewust bij stil te staan: waar komt ons eten vandaan en hoe kunnen we waarborgen dat iedereen op een goede – en duurzame – manier kan blijven opgroeien. Meer plantaardig eten is daar een onderdeel van en past bovendien binnen de Richtlijnen goede voeding van de Gezondheidsraad.”
Voor het mondgevoel
Wie etiketten nauwkeurig leest, ziet dat vegetarische producten vaak voor 98% plantaardig zijn, maar toch nog 2% kippenei-eiwit bevatten. Het is precies dit deel kippenei-eiwit dat Suiker Unie wil vervangen door plantaardig eiwit uit het blad van suikerbieten.
Kosters legt dit uit: “Eiwitten, oftewel proteïnen, zijn bouwstoffen die onmisbaar zijn voor ons lichaam. RuBisCo is daarnaast ook een functioneel eiwit. Functionele eiwitten zorgen in levensmiddelen voor bite, mondgevoel, structuur en bijvoorbeeld luchtigheid.”
RuBisCo
Hij vervolgt: “Stel je bakt een cake en je doet het ei er niet in, dan krijg je iets plats wat niet lekker smaakt en waar geen structuur in zit. Functioneel eiwit bindt en fixeert de zaak. Deze functionaliteit van het ei kun je ook bereiken met het plantaardige eiwit RuBisCo.”
Om tot zuiver plantaardige producten te komen, is er dus behoefte aan een ingrediënt dat de rol van het dierlijke eiwit kan overnemen. Kosters: “Er zijn op zich wel enkele functionele plantaardige eiwitten op de markt, maar die halen lang niet de resultaten van het kippenei-eiwit. Ons product kan daar verandering in brengen.”
Niet-allergeen eiwit
“Dit RuBisCo-eiwit heeft heel veel mooie eigenschappen”, vervolgt Vandevenne. “Het is niet alleen vegan, maar ook niet-allergeen, tegenover gluten – een van de eiwitten in tarwe – en soja die dat wel zijn. Dat betekent dat het dus voor alle bevolkingsgroepen, kinderen en kwetsbare groepen geschikt is. En laten we de nutritionele waarde niet onderschatten, want in dit eiwit zitten ook alle essentiële aminozuren die je nodig hebt.”
Kosters voegt toe: “Kijk je naar de CO2-footprint, dan is het bovendien erg duurzaam omdat wij een restproduct van de suikerbiet gebruiken, en nog lokaal geteeld ook.”
Op de toekomst gericht
Voorlopig gaat Suiker Unie de RuBisCo op demoschaal produceren. “Hiermee kunnen we de markt verder verkennen, het product doorontwikkelen, en de technische capaciteiten van het project verder onderzoeken. Het gaat dus nog niet om volledige productie”, legt Vandevenne uit.
Kosters sluit af: “Begin volgend jaar zullen we het product in ieder geval in voldoende hoeveelheid beschikbaar hebben om met klanten producten te testen. We streven ernaar dat de eerste echte productfabriek in 2022 draait.”
Illustratie: Rhonald Blommestijn