Eind vorig jaar merkte Tijmen Schortinghuis van farmabedrijf Roche dat de vraag naar een bepaald geneesmiddel ineens sterk toenam. “Omdat we met dat middel slechts een marktaandeel van pakweg 15 procent hebben, hebben we ook maar een beperkte voorraad. Toen de marktleider het generieke geneesmiddel niet kon leveren, klopten apothekers bij ons aan,” vertelt Schortinghuis. Hij is bij de geneesmiddelenfabrikant verantwoordelijk voor de productieplanning en kwaliteitsbewaking in Nederland.
“De enige manier om op zo’n korte termijn aan die vraag te voldoen, was het middel importeren uit Engeland. Dat klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. We zijn verplicht om Nederlandse verpakkingen met een Nederlandse bijsluiter te leveren. Om daarvan te mogen afwijken, hebben we onder meer toestemming van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) nodig. Het proces moet bovendien heel streng worden gecontroleerd. Terecht natuurlijk, want je kunt niet riskeren dat etiketten rond gaan slingeren en per ongeluk op andere verpakkingen terechtkomen. Uiteindelijk hebben we kunnen voorkomen dat patiënten zónder kwamen te zitten.”
Niet leverbaar
Het komt steeds vaker voor dat medicijnen in Nederland niet leverbaar zijn. Volgens cijfers van de apothekersorganisatie KNMP kwam het vorig jaar 769 keer voor dat een bepaald middel niet op voorraad was, heel wat meer dan de pakweg honderd gevallen uit 2004. Een van de oorzaken daarvan is dat geen van de betrokken partijen er tegenwoordig veel voor voelt om grote, kostbare voorraden aan te houden.
Om dat probleem het hoofd te bieden, hebben apothekers, farmabedrijven en zorgverzekeraars jaren geleden onder regie van het ministerie van VWS een aparte Werkgroep Geneesmiddelentekorten opgericht, maar tot een structurele oplossing heeft dat nog niet geleid. “De wereldwijde prijsdruk is volgens mij de belangrijkste oorzaak van de tekorten,” zegt KNMP-voorzitter Gerben Klein Nulent. Voor de productie van goedkope generieke geneesmiddelen zijn fabrikanten uit kostenoverwegingen uitgeweken naar lagelonenlanden. Voor de wat minder algemene middelen, het segment waarin Roche onder meer actief is, worden om die reden kleinere voorraden aangehouden. Onlangs heeft minister Bruno Bruins zich publiekelijk afgevraagd of het aanhouden van grotere voorraden verplicht gesteld kan worden. “Nu wordt onderzocht wat de kosten zijn, wie die zou moeten betalen en welk effect het zou hebben,” aldus Klein Nulent.
Alternatieven
Als een tekort aan medicijnen dreigt, melden fabrikanten dat bij het landelijk meldpunt van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG) en de IGJ. Tevens melden fabrikanten het tekort bij de KNMP.
Daarna is het volgens Roche’s supply chain manager Cees van Straalen zaak om zo snel mogelijk contact op te nemen met groothandels. “Om te voorkomen dat zo’n middel op sommige plaatsen helemaal niet meer beschikbaar is, willen we weten hoeveel iedereen nog op voorraad heeft en wat hun onmiddellijke behoefte is. Kunnen we tijdelijk volstaan met wekelijkse leveringen? We moeten hamstergedrag zien te voorkomen. Tegelijk proberen wij natuurlijk de productie te verhogen, maar dat is vaak lastig. Soms is ons middel al tientallen jaren in productie en zijn er veel alternatieven op de markt gekomen. Wij zijn vooral gericht op het ontwikkelen van innovatieve medicijnen, maar dan produceren wij dat specifieke middel alleen nog voor de patiënten die echt aan ons middel gehecht zijn.”
Voorspelling
Van Straalen wijst erop dat de productie van geneesmiddelen vaak jaren van planning vereist. “Voor sommige producten moeten de grondstoffen wel vier, vijf jaar van tevoren worden ingekocht. Zo’n drie tot zes maanden van tevoren wordt de voorspelling verfijnd en de productieplanning vastgesteld,” zegt hij. “Tegelijk zien we dat een tekort vaak een Europese, en soms zelfs mondiale aangelegenheid is. Dat maakt het probleem nog veel ingewikkelder.”
In Nederland sluiten zorgverzekeraars voor veel generieke geneesmiddelen een contract met de goedkoopste leverancier. Dat is volgens de KNMP niet optimaal. “Als van de zes fabrikanten die meedoen aan de tender er maar eentje wordt geselecteerd, brengen de anderen hun voorraad terug. Er worden dan ook productielijnen gesloten,” legt Klein Nulent uit. “Als meerdere fabrikanten voor een bepaalde prijs zouden mogen leveren, zouden ze allemaal een grotere voorraad aanhouden. Die optie wordt nog te weinig uitgeprobeerd.”
Illustratie: Rhonald Blommestijn