Zijn ogen stralen de wil uit om te genieten van het leven. Psycholoog Herman Oldenhof (70) is intens dankbaar dat hij mocht meedoen aan een behandeltherapie van het Erasmus MC (EMC). Hij leeft nog en praat daar rustig en weloverwogen over, terwijl twee jaar eerder bij hem longvlieskanker werd geconstateerd.
“Ik had alles voor mijn afscheid al geregeld, omdat ik niet langer te leven had dan enkele maanden. Het traject voor euthanasie was al besproken,” vertelt hij op zijn werkplek. “Mijn specialist in het Groene Hart Ziekenhuis in Gouda meldde asbestkanker. Het was een verschrikkelijke boodschap, maar zij kwam nog wel met de mogelijkheid om mee te doen aan een experimentele behandeling van het Erasmus MC. Ik zei onmiddellijk ja. Je grijpt elke strohalm aan om te overleven.”
Ingeloot
Oldenhof werd als een van de laatsten ingeloot voor het programma en startte nu ongeveer anderhalf jaar gelden met een immuuntherapie. Het is een vanuit een farmaceutisch bedrijf opgezet onderzoek, waaraan zeshonderd Europese longvliespatiënten deelnemen. De helft krijgt een immuuntherapie en de rest de traditionele chemotherapie.
“Het is begonnen met het afnemen van bloed en het opnieuw bestuderen van het biopt dat al eerder van het gezwel was gemaakt,” zegt Oldenhof. “Vervolgens krijg ik elke twee weken middel A toegediend en elke zes weken middel A en B. Om de drie maanden wordt een scan gemaakt. Ik heb geen idee waar de middelen uit bestaan, maar het werkte voor mij al na enkele weken. Op dit moment ben ik stabiel en de kanker is teruggebracht tot drie of vier kleine tumoren in mijn rechter longvlies.”
Aanval op de tumor
Prof. dr. Joachim Aerts van het Erasmus MC is betrokken bij onderzoeken naar asbestkanker en is blij het verhaal van Oldenhof te horen. Ondanks het verbod op asbest ziet hij het aantal patiënten dat overlijdt namelijk niet afnemen.
Deze longarts en zijn team van circa dertig artsen, onderzoekers en technici zijn al sinds de eeuwwisseling in het EMC bezig met een onderzoek- en behandeltraject om mesothelioom aan te pakken. Hij ontdekte, net als Nobelprijswinnaars James P. Allison en Tasuku Honjo, dat er kankers zijn die zich als een soort stealth ‘onzichtbaar’ kunnen maken voor het afweersysteem van de mens. Mesothelioom vliegt als het ware onder de radar van het immuunsysteem.
In zijn uitleg praat Aerts bijkans in militair jargon met termen als verkenners en soldaten die aanvallen. “Het is onze uitdaging om het afweersysteem te activeren, dat doen we via een hier ontwikkelde immuuntherapie. We halen uit het bloed van de patiënt de eigen tumorcellen en mixen die met speciaal gekweekte lichaamseigen afweercellen, zogenoemde dendritische cellen. Deze dendritische cel ‘leren’ we door dat mixen als een verkenner de kankercel te herkennen. De dentritische cel instrueert vervolgens de afweercellen om aan te vallen. Overigens hebben we in principe geen eigen tumoreiwitten meer nodig. We kunnen de mix maken uit gekweekte cellijnen van asbestkanker. Deze hebben we als het ware op de plank liggen en hoeven alleen nog gemixt te worden met dendritische cellen.”
De goede boodschap van patiënt Oldenhof – hij kreeg overigens niet de hier boven beschreven therapie – betekent niet dat Aerts klaar is. “Gelukkig sloeg de behandeling bij de heer Oldenhof aan, maar we zien helaas nog te vaak dat het niet werkt. Dat proberen we op te lossen met onze behandeling met de dendritische cellen, waarnaar we nu vanuit een spin-off van het Erasmus MC een deels door de Europese Unie gesponsord onderzoek doen, dat hopelijk leidt tot registratie van deze behandeling.”
Er is toekomst
Herman Oldenhof kan door de inspanningen van het team van Aerts weer naar de toekomst kijken. In januari 2020 loopt zijn behandeling van twee jaar af. Vervolgens wordt elke drie maanden een controlescan gemaakt. Als hij weer ziek wordt, wordt de behandeling weer opgestart. “Hoe kijk ik terug? Ik heb ongelofelijk veel geluk, mazzel gehad. Door dit onderzoek is de kwaliteit van mijn leven maximaal geweest. Het heeft mijn leven dieper, rijker en vollediger gemaakt. Er is hoop voor patiënten met deze verschrikkelijke kanker.”
Tekst: Eduard Voorn, foto: Marieke Duijsters