De zorg is lange tijd geen belangrijke rol toegedicht bij het streven naar duurzaamheid. Maar met de Green Deal is in 2015 een initiatief gestart waarin veel partijen in de zorg samenwerken. Ze hebben beloofd zich in te spannen voor verduurzaming van hun sector.
Eind 2018 is een nieuwe afspraak gemaakt, waarbij veel meer partijen zich aansloten; half mei 2019 volgde nog een uitbreiding. “Logisch,” zegt Cathy van Beek, die begin 2018 als ‘kwartiermaker’ werd aangesteld. “De zorg is een heel vervuilende sector, verantwoordelijk voor 5 tot misschien wel 10 procent van de CO2-uitstoot.
Uit onderzoek van de WHO (World Health Organisation, red.) blijkt dat er jaarlijks zes miljoen mensen sterven aan de effecten van klimaatverandering. Aan de Klimaattafel Gebouwde Omgeving, waaraan ik vanuit de zorg deelneem, vraagt men zich af wie de noodzakelijke maatregelen moet betalen. Maar wie heeft het over de opbrengsten? Het is een nobrainer dat maatregelen gezondheidswinst opleveren, waardoor de kosten van de zorg dalen.”
Vier pijlers
De vier pijlers van de Green Deal voor de zorg zijn terugdringing van CO2-uitstoot, circulaire bedrijfsvoering, voorkomen dat er medicijnen in oppervlaktewater terechtkomen en streven naar een gezonde leefomgeving.
Van Beek, die eerder onder meer vicevoorzitter van de Nederlandse Zorgautoriteit was en later als bestuurder van het Radboudumc duurzaamheid in haar portefeuille kreeg, erkent dat het om een brede waaier van actiepunten gaat. Maar dat maakt het volgens haar zo belangrijk dat alle partijen in de zorg hun verantwoordelijkheid nemen en samenwerken.
Geneesmiddelenbedrijven zijn zich daar volgens Brigit van Soest volledig van bewust. Zij is programmamanager duurzaamheid voor drie brancheverenigingen van farmaceutische bedrijven, die samen ongeveer 80 procent van het volume van geneesmiddelen vertegenwoordigen. “Deze brancheverenigingen zetten zich vanaf 2015 gezamenlijk in voor duurzame verpakkingen. Daarna werd duurzaamheid verder gezamenlijk opgepakt,” zegt ze.
Strenge regelgeving
“We zijn nu hard bezig op vier terreinen,” gaat Van Soest verder. “Het terugdringen van medicijnen in oppervlaktewater, het bevorderen van een beter gebruik en minder verspilling van geneesmiddelen, het verduurzamen van bestaande productiemethoden en innovatie op gebieden als therapieën en milieu-impact.
We zijn daarbij wel gebonden aan strenge regelgeving. Zomaar verpakkingen aanpassen kunnen we bijvoorbeeld niet, dat vereist een jarenlange procedure bij de geneesmiddelenautoriteit.
Ook bijsluiterteksten mogen we niet zomaar aanpassen. Informatie wordt al snel als reclame gezien, maar wij zouden graag hebben dat in de bijsluiters komt te staan dat mensen overtollige medicijnen moeten terugbrengen naar de apotheek,” vertelt Van Soest, die daarmee doelt op het voorkomen van milieuvervuiling door medicijnresten. Van Beek haakt daarop in met een pleidooi voor digitale bijsluiters, zodat er minder papier gebruikt wordt.
Van Soest wijst erop dat er ook een strenge regelgeving bestaat rondom houdbaarheid. Als ze de fabriek verlaten, moeten geneesmiddelen nog een jaar goed blijven. “Maar als je die periode terugbrengt tot bijvoorbeeld negen maanden, zou dat al tot veel minder verspilling leiden. Waarom doen we dat niet, terwijl we aan de andere kant te maken hebben met geneesmiddeltekorten?”
Marketing
Bij de ontwikkeling van nieuwe medicijnen speelt duurzaamheid een belangrijke rol. Daarbij valt te denken aan ingewikkelde medicatie die toch gewoon bij patiënten thuis toegediend kan worden, medicijnen die kleinere doses vereisen omdat ze heel gericht werken of biologische geneesmiddelen die bij productie minder vervuiling teweegbrengen.
Kwartiermaker Van Beek ziet hoe geneesmiddelenproducenten werk maken van duurzaamheid, al zijn de onderlinge verschillen groot. “Uit onafhankelijk onderzoek van Gupta Strategists blijkt dat Roche daarin het verst is, ook doordat het bedrijf al lang met het thema bezig is. Hun CO2-uitstoot blijkt het laagst,” zegt ze uit eigener beweging.
Ze signaleert dat de producenten innovatief zijn bij het ontwikkelen van nieuwe geneesmiddelen, maar hoopt dat ze vaker gaan samenwerken. “Als je een hulpmiddel ontwikkelt dat alleen voor je eigen medicijnen gebruikt mag worden, is het meer marketing dan duurzaam gedrag. Ik wil farmaceuten op roepen hun maatschappelijke verantwoordelijkheid te nemen en nieuwe technologieën ook beschikbaar te stellen voor medicijnen die níet van henzelf zijn.”
Als die oproep aan Van Soest wordt voorgelegd, antwoordt ze dat het ook gebeurt. “Er is heel veel kennis in de sector. Omdat de samenwerking met bijvoorbeeld de waterwereld nieuw is, waren we ons niet bewust van de behoefte en werd er ook niet zoveel gedeeld. Tegenwoordig proberen we die kennis zoveel mogelijk te delen.”
Tekst: René Bogaarts, illustratie Rhonald Blommestijn