‘Elke patiënt heeft recht om te weten wat hij of zij precies heeft, ook een alzheimerpatiënt.’ Halverwege het interview parafraseert Ben Aalderink dit citaat van professor Philip Scheltens, directeur van het Alzheimercentrum van het Amsterdam UMC. Aalderink werkt bij Roche Diagnostics, het Zwitsers concern dat testen ontwikkelt om de ziekte van Alzheimer vast te stellen. De vraag is waarom diagnosticeren zo belangrijk is als er nog geen geneesmiddelen zijn om deze verschrikkelijke ziekte te dempen, laat staan te voorkomen. „Het vaststellen dat een patiënt alzheimer heeft, geeft hem of haar rust, maar ook de familie en de vrienden van de patiënt. Door het tijdig constateren, kunnen wel bijkomende lichamelijke verschijnselen van alzheimer worden aangepakt om zo het leven dragelijker te maken.”
Impactvolle ziekte
In oktober begon Alzheimer Nederland met de landelijke bewustwordingscampagne ‘Wat alz… jij het bent’. Alzheimer, de meest voorkomende vorm van dementie, is een enorm impactvolle ziekte. Door de verdergaande vergrijzing zullen steeds meer mensen deze aandoening krijgen. Opvallend is dat in tegenstelling tot kanker er minder middelen voor worden gereserveerd, ondanks het Deltaplan Dementie en aandacht vanuit het overheidsprogramma Topsector Life Sciences & Health. Voor Aalderink staat onderzoek naar alzheimer waar kankeronderzoek twintig jaar geleden stond. „Door de aandacht die kanker kreeg, zijn daar de laatste decennia enorme stappen in gezet, zoiets zou ook nu voor alzheimer moeten gebeuren.”
Biomarkers
Op dit moment is de zorg zo georganiseerd dat een patiënt met cognitieve en functionele achteruitgang via de huisarts eerst naar een geheugenpoli wordt gestuurd en vervolgens dan doorgaat naar een alzheimercentrum dat is verbonden aan een van de vijf academische medische centra. Twee daarvan hebben zich toegelegd op diagnostiek middels biomarkers (Amsterdam UMC, locatie VU en Radboudumc). „In Amsterdam gebruiken ze onze apparatuur om drie soorten testen op eiwitten uit te voeren”, vertelt Aalderink. „Om die testen te kunnen doen, neemt een arts met een lumbaalpunctie in de ruggenmerg hersenvocht af. In het vocht zitten biomarkers (Amyloid beta en TAU/red.) die belangrijk zijn voor de diagnose. Het blijkt dat we inmiddels met een nauwkeurigheid van negentig procent kunnen vaststellen wanneer iemand alzheimer heeft. Vaak is de uitslag een combinatie van testen, zoals naast de PETscan ook een MRI.”
Zoektocht naar geneesmiddelen
Aalderink ziet zichzelf als een ‘bruggenbouwer’ tussen farmacie en diagnostiek, maar ook als schakel naar de academische centra en overheid. Zowel op het vlak van geneesmiddelen als van diagnostiek worden belangrijke onderzoeken gedaan. „Er vindt op het vlak van medicijnontwikkeling veel baanbrekend onderzoek plaats, maar het duurt zeker nog enkele jaren voordat die op de markt komen. Het betekent voor Roche Diagnostics dat we constant werken aan de verdere verbetering van de testen. Innovatie in biomarkers vandaag is cruciaal, zodat we straks – als de alzheimerremmende medicijnen er zijn – optimaal voorbereid zijn op vroegdiagnostiek van potentiële patiënten.”
Baanbrekend onderzoeksinitiatief
„Nu kunnen we drie eiwitten uit het hersenvocht halen”, vervolgt Aalderink. „Maar de volgende stappen zijn vijf of acht eiwitten. Je kunt dan een nog zuiverdere diagnose stellen en alzheimer onderscheiden van andere vormen van dementie. We zoeken daarom de samenwerking op met collega’s en met instanties. In dit geval ook met het Amsterdam UMC waarmee we deelnemen aan een baanbrekend onderzoeksinitiatief. In de samenwerking tussen bedrijfsleven, overheid en onderzoeksinstellingen is er een zoektocht opgezet naar een nieuwe gepersonaliseerde behandeling in combinatie met diagnostische hulpmiddelen om Alzheimer al in een vroeg stadium te detecteren.”
Eerder getest
Dat er de eerstkomende jaren een werkend medicijn beschikbaar komt voor elke patiënt die de progressie van de ziekte zou kunnen vertragen, is klein. Het betekent dat de draaglijkheid van de ziekte moet worden vergroot. Voor Aalderink is het duidelijk dat patiënten uiteindelijk veel eerder getest moeten worden. „Bij tekenen van vergeetachtigheid zou de huisarts patiënten veel eerder kunnen doorsturen voor een test.”
Juiste behandeling, juiste moment
Aalderink vervolgt: „Om die reden investeren we ook om de kennis van huisartsen naar een hoger niveau te tillen. Je bent door vroegdiagnostiek veel beter in staat om een gepersonaliseerde behandeling aan te bieden als die beschikbaar komt. Daarom onderzoeken we ook of met een bloedtest Alzheimer kan worden vastgesteld. De huisarts hoeft dan alleen een buisje bloed af te nemen, dat is veel eenvoudiger en sneller dan een lumbaalpunctie. We zijn dan in staat om de juiste patiënt de juiste behandeling op het juiste tijdstip te geven. Door innovaties binnen alzheimereiwittesten kunnen we in de toekomst monitoren of de medicatie die er dan is, aanslaat.”
(Tekst: Eduard Voorn)