Het klopt dat biologische groenten en biologisch fruit en vlees minder kwalijke stoffen bevatten. Bioboeren krijgen alleen een keurmerk als ze in de hele productieketen op een zo natuurlijk mogelijke manier werken. Ofwel akker- en tuinbouw zonder kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen en het niet preventief toedienen van medicijnen aan slacht- en melkvee. Voor bewerkte producten, of het nu koekjes zijn, soep of de biologische voeding voor uw hond, geldt bovendien dat ze maximaal voor vijf procent uit niet-biologische ingrediënten mogen bestaan.
Hebben de bioconsumenten daarom gelijk? Krijg je kwalijke stoffen binnen als je niet-biologisch eet? En is biologisch eten daarom gezonder? Dan is allereerst de vraag wat mensen eigenlijk bedoelen als ze zeggen dat iets ‘gezond’ is. Uit onderzoek van het RIVM uit 2011 blijkt dat dat vooral een gevoelskwestie is. Consumenten laten zich zelden beïnvloeden door wetenschappelijke informatie.
Voedingswaarde
Maar die informatie is er wel. Kijken we puur naar voedingswaarde, dan blijkt dat biologisch en gangbaar voedsel qua samenstelling nauwelijks van elkaar verschillen. Wetenschappers hebben duizenden onderzoeken die hier de afgelopen jaren naar zijn gedaan bestudeerd en hun bevindingen gepubliceerd in gezaghebbende wetenschappelijke tijdschriften als het American Journal of Clinical Nutrition en Annals of Internal Medicine. Ze konden niet anders dan concluderen dat groenten en fruit uit gangbare landbouw even goed zijn als die uit biologische. Met andere woorden: biologisch geteelde sla heeft in het algemeen dezelfde voedingsstoffen als een krop uit de productiekas. Er zijn soms wel kleine verschillen. Een biologische tomaat kan soms meer kalium bevatten. Biologische zuivel bevat soms meer goede vetzuren, bètacaroteen en vitamine E.
In industrieel geteelde groente kan meer nitraat worden aangetroffen, een stof die mogelijk kankerverwekkend is, al is dat niet bewezen. De andere verschillen variëren naargelang het seizoen, de regio en bij melkvee ook het ras. Bovendien zijn ze zo klein dat je wel heel veel moet consumeren wil je er iets van merken.
12 kilo prei per dag
Maar die gifstoffen dan? Op gangbaar geproduceerd voedsel bevinden zich inderdaad resten van bestrijdingsmiddelen, maar die zijn zo gering dat het lichaam ze probleemloos kan afvoeren. Het gebruik van pesticiden is aan strenge Europese regels gebonden. In een uitzending van het televisieprogramma Broodje Gezond rekende een toxicoloog voor hoeveel kilo gangbaar geteelde groente je dagelijks levenslang moet eten, wil je de grens bereiken van wat het lichaam aan gif kan verstouwen: twee kilo sla of vijf kilo komkommer, twaalf kilo prei.
Ook kunstmatige toevoegingen bevinden zich binnen veilige, streng gecontroleerde marges. Hoewel E-nummers bij velen de alarmbellen doen rinkelen, betekent die aanduiding juist dat het om uitvoerig geteste en veilig bevonden additieven gaat, die meestal van natuurlijke oorsprong zijn, ofwel synthetische kopieën daarvan. In bewerkte biologische producten zijn overigens ook bepaalde toevoegingen voor kleur, smaak en houdbaarheid toegestaan, al met al enige tientallen E-nummers.
Een gezonde leefstijl
Daarbij komt dat ook biologische producten niet altijd vrij zijn van ongewenste elementen. Biologische eieren kunnen meer dioxine bevatten dan eieren uit de legbatterij omdat loslopende kippen nu eenmaal in een mestrijke omgeving vertoeven. Op groenten en fruit kunnen schimmels en parasieten worden aangetroffen. En biologische landbouw is niet per definitie beter voor het milieu. Het kost meer water en grond dan gangbare landbouw en ook biologische koeien stoten broeikasgassen uit. Al met al zijn er feiten genoeg om aan te nemen dat biologisch niet gezonder is dan gangbaar.
Toch kunnen er tal van andere redenen zijn om voor biologisch te kiezen. Respect voor dier en leefomgeving, biodiversiteit, behoud van oude groente-, fruit- en veerassen, geen genetische modificatie. Mensen die op basis van dit soort overwegingen kiezen voor biologisch, houden er in het algemeen ook een gezonde leefstijl op na. Omdat ze bewuster omgaan met zichzelf en hun omgeving – ze eten meer groente, eten minder vlees en pakken vaker de fiets in plaats van de auto.
Door Marianne Meijerink, illustratie Katja Zandkuijl